De Puinspeeltuin header
De Puinspeeltuin header

De Rolridder

Een verhaal geschreven voor Sebastian met zijn woord ridder
Lees samenvatting
Spring naar
Hoofdstuk 1

Het gerucht

Sebastian was net een schild aan het smeden toen een man zijn smederij kwam binnenrennen. ‘Smid! Ik heb een smid nodig!’ riep de man in volle paniek. ‘Nu meteen! Ik heb weer eens iets gezegd. Oh wat stom weer.’
‘Ga even rustig zitten en vertel wat er aan de hand is, beste kerel’ zei Sebastian tegen de man terwijl hij een kopje thee inschonk.

De man ging zitten en vertelde zijn verhaal terwijl hij wild met zijn handen gebaarde. De man heette Jos. Vandaag was Jos buiten de kasteelmuren aan het chillen. En daar hoorde hij een gerucht dat er een berucht bandietenleger voor de grens van het hun landje stond. Nou, had Jos tegen voorbijgangers opgeschept, dat schurkenleger kon hij wel in zijn eentje verslaan. Want dat leger stelde niet zoveel voor. HAHAHA.
En wat Jos dus tegen de voorbijgangers had gezegd, werd ook een gerucht. Jos die het leger in zijn eentje kon verslaan.

En dat gerucht bereikte de koning die op dat moment met zijn handen in het haar zat. Want ook de koning wist dat het schurkenleger voor zijn grens stond. Maar hij had niemand om zijn landje te verdedigen. Iedereen die hoorde van het leger, pakte z’n koffers en vluchtte het land uit. Die schurken waren flink gevaarlijk en zijn berucht geworden omdat ze al jaren andere landen teisteren en plunderen.

En dus was het gerucht van die ene Jos erg welkom. ‘Zoek die held Jos direct!’ riep de koning tegen zijn generaal. ‘Zeker, majesteit’ zei de generaal knikkend en verliet direct het kasteel.

Jos, die alweer vergeten was wat hij buiten de kasteelmuren gezegd had, werd binnen vijf minuten over een paard heen gegooid en in het kasteel naar de koning gebracht.
‘Jos!’ Riep de koning. ‘Onze redding!’
‘Huh wat?’ vroeg Jos verbaasd.
‘Huh wat, MAJESTEIT ’ kuchte de generaal.
‘Sorry, ik bedoel majesteit’ zei Jos.
‘Jos’, zei de koning, 'we hoorden dat jij het leger bandieten in je eentje kan verslaan. En morgenochtend als de zon opkomt ga je dat doen. Want het leger komt steeds dichtbij.' En voordat Jos iets kon zeggen, zei de koning:
‘Bedankt, Jos! Ook namens het land. Ik moet nu mijn koffer inpakken want ik eh… ga misschien op vakantie als het je morgen niet lukt’.
Voor Jos het wist, stond hij weer buiten de kasteelmuren.
‘Oh nee oh nee’ zei Jos hardop tegen zichzelf. ‘Ik met mijn grote mond.’ Met gebogen hoofd liep hij een paar rondjes om het kasteel heen tot het avond was. Hij moest nu dapper zijn en woord houden. Het hele landje zou op hem rekenen. Het leger moest verslagen worden door Jos. Maar dan had hij wel wat hulp nodig…

Hoofdstuk 2

Sebastian maakt een harnas

En zo kwam Jos bij Sebastian binnenrennen. ‘Ik heb je hulp nodig, smid!’ zei Jos terwijl hij zijn kopje thee leegdronk’. ‘Ik heb bescherming nodig. Een harnas, een heel stevig harnas waarin me niks kan gebeuren. Wat ze ook proberen.’

‘Ik ga je helpen', zei Sebastian vastberaden. 'Maar ik heb niet genoeg metaal in de smederij om je harnas te maken.'
'Dan moeten we dat uit het dorp halen', zei de generaal die ook de smederij kwam binnenlopen.
Jos en de generaal gingen het dorp in om al het metaal te verzamelen wat ze konden vinden. Iedereen wilde helpen en gaf wel iets. Zoals pannen, lepels, zilveren vorken en een vergiet. Een oude man gaf zelfs zijn gouden tand.
Ook gingen ze bij de koning langs maar die wilde zijn kroon niet afstaan.
Alles werd bij de smederij verzameld en omgesmolten in het vuur tot het bruikbaar was voor het harnas.

Sebastian werkte die hele avond en nacht door. Het was die nacht erg donker, maar de straten in het dorp werden verlicht door het vuur van de smederij, waar Sebastian zo hard aan het werk was. En nog voordat het buiten licht werd, was het harnas van Jos klaar. Gesmeden van al het metaal uit het dorp. Het harnas was ontzettend stevig, daar kwam niks doorheen. Nog nooit was er zo’n sterk harnas gemaakt. Ook de generaal bewonderde het harnas en keek vervolgens naar Jos.
‘Het is tijd’, zei hij vervolgens.

Hoofdstuk 3

Jos wordt in het harnas gehesen

Het harnas werd in losse delen ingepakt. De generaal en Jos waren klaar om te gaan en vroegen ook Sebastian mee omdat hij Jos in het harnas moest helpen. En zo reisde het gezelschap naar de grens waar het bandietenleger zou zijn. Toen ze aankwamen op een hoge heuvel konden ze uitkijken over de grens. Ze konden zien dat er inderdaad een leger bij de grens stond. Maar hoe groot, was nog onduidelijk omdat het buiten nog te donker was.

Ook de koning kwam opdagen.
'Ik wil zeker weten dat het goed met je afloopt, Jos', zei de koning met een koffer in zijn hand. En terwijl de zon langzaam opkwam, konden ze pas echt goed zien hoe groot het leger was dat onderaan de heuvel stond. Het was een kampement met misschien wel honderden schurken.

Jos werd erg zenuwachtig en trilde heen-en-weer. Dat maakte het lastiger voor Sebastian om hem in het harnas te hijsen. Maar uiteindelijk had Jos het harnas aan. En wat zag hij er stoer uit! Hij leek een echte ridder.
Het harnas was erg sterk want het is gemaakt van veel metaal. Maar daardoor werd het harnas ook erg zwaar en kon Jos niet goed lopen. Hij probeerde vooruit te komen maar het lukte bijna niet. ‘Ja zo wordt het nooit wat’ mopperde de koning ongeduldig die inmiddels in een campingstoel zat toe te kijken.

Maar ook daarvoor had Sebastian een oplossing. Hij maakte wieltjes vast aan Jos zijn voeten. Zo konden ze hem tenminste naar het leger onder aan de heuvel toe rollen.
'Ok, ik denk dat ik er dan maar klaar voor ben', zuchtte Jos dapper. 'Breng me naar het leger.' De koning stond op uit zijn campingstoel. ‘Mooi! succes dan hé, Jos!’ riep hij, en gaf Jos een flinke schouderklop. Door de schouderklop kwam Jos in beweging en rolde opeens de heuvel af. Eerst langzaam maar toen sneller en sneller.

Hoofdstuk 4

‘Die is dapper, zeg!’

‘AAAaaaAAAAaaah’ schreeeuwde Jos.

Van een afstand zag het leger opeens een glimmend stipje de heuvel afstormen. 'Wat is dat?' zei een van de schurken en wees naar de heuvel. Al snel kwamen alle schurken bij elkaar en keken naar het glimmende stipje dat steeds groter werd.

'Oh volgens mij is dat een ridder in een heel mooi harnas!' zei iemand.
'Nee, dit landje heeft geen ridders' zei de ander.'
'Blijkbaar wel!' riepen meerdere schurken en begonnen door elkaar te praten.
‘Die is dapper, zeg!’
'Het gaat ook zo snel!'
'Moeten we ons zorgen maken?'
‘Hoor hem schreeuwen!’

Maar het geschreeuw van Jos was een schreeuw van angst.
En terwijl Jos met een enorme snelheid steeds dichterbij kwam begon het leger te twijfelen. Wie wat dit? Hij zag er zo gevaarlijk en snel uit. Dit hadden ze nog nooit meegemaakt. Want iedereen vluchtte altijd weg waar het bandietenleger kwam. En nu kwam er een ridder op hen afstormen.
Toen Jos bijna bij het leger was zei iemand:
'Ikke, ik moet maar eens naar huis want de aardappels zijn bijna klaar.' En een ander zei: 'Dit begint mij een beetje gevaarlijk te worden, doei hè.'
En weer een ander zei: 'Ja en ik ook, dit is wel een slecht moment om een schurk te zijn.'
En zo vluchtte iedereen weg, terug de grens over tot ze allemaal uit het zicht waren verdwenen.

'Bravo!' schreeuwde de koning. 'Het leger is verslagen! Goed gedaan Jos!'
Maar Jos hoorde de koning niet meer en kon ook niet stoppen. Hij rolde nog een paar kilometer door tot hij tegen een houten hek tot stilstand kwam. Doordat Jos zich door het zware harnas niet goed kon bewegen werd hij 's avonds pas gevonden.

Terug in het kasteel werd Jos geridderd door de koning. Hij was vanaf nu een officiële ridder én een volksheld van het landje. Maar hij had zich voorgenomen om nooit weer een held te zijn. En hij snapte ook nog steeds niet hoe hij het leger had verslagen.

Ook Sebastian kreeg een eretitel, hij werd namelijk hofleverancier van de koning en de meest bekende smid van het landje en omstreken.

Niet eens een paar weken later stond Jos weer buiten de kasteelmuur te chillen. Daar hoorde hij het gerucht dat er 's nachts buiten het dorp een gevaarlijk mysterieus monster rondliep.
'Oh', schepte Jos op tegen voorbijgangers, 'die kan ik wel in mijn eentje verslaan...'

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen