Het Gauwsel-brouwsel header
Het Gauwsel-brouwsel header

Het Gauwsel-brouwsel

Een verhaal geschreven voor Lou met haar woord heks
Lees samenvatting
Spring naar
Hoofdstuk 1

Theo, de dolle ezel

Lou was geitjes aan het voeren op de kinderboerderij toen een gillende mevrouw langsrende. Ze werd achterna gezeten door een schuimbekkende ezel.
‘Aaaah help help hij is gek!’ schreeuwde ze.
In haar volle paniek knalde de mevrouw tegen een kippenhok aan. De ezel snoof boos door z’n snuit en waggelde weer terug naar z’n stalletje.

Alle bezoekers van de kinderboerderij stonden in een kring om de mevrouw heen. Een dierenoppasser kwam ook kijken.
‘Ik heb mevrouw nog zo gewaarschuwd.’ zei hij. ‘Geef geen aardappelschillen aan Theo, daar wordt ‘ie wild van.’

‘Gaat het goed met u mevrouw?’ vroeg Lou aan de mevrouw die tegen het kippenhok aanlag.
‘Pok pok’ zei de mevrouw.
‘Mevrouw?’ vroeg Lou.
‘Tok tok’ zei de mevrouw.
Met haar armen zwaaide ze heen-en-weer alsof het vleugels waren.

Hoofdstuk 2

'We hebben een brouwsel nodig'

Toen de mevrouw overeind werd getild ging ze gelijk tussen de andere kippen staan. Ze keek scheel en pikte graantjes uit de voederbak.
‘Pok pok’ zei ze weer.

‘Dat… is niet normaal’ merkte Lou op. ‘Toch?’
‘We hebben een dokter nodig!’ riep een mevrouw.
‘Een dokter kan deze mevrouw niet helpen’ zei een andere meneer. ‘Ze denkt dat ze een kip is!’
‘Dan hebben we spoedig een brouwsel nodig’ zei de mevrouw.
‘Een brouwsel?’ vroeg Lou.
‘Ja je weet wel, een toverdrankje. En er is maar één plek waar je dat kunt krijgen…’
‘De heks uit het bos…’ fluisterende iedereen tegelijk.

Iedereen kende de verhalen van de heks wel. Ze woont in een stenen huisje in het bos, vlakbij Lou. In dat bos durfde dan ook niemand te komen. Iedereen was namelijk bang voor de heks.

‘We moeten nu nog een brouwsel halen!’ riep een meneer. ‘Voordat het te laat is en de mevrouw voor altijd een kip blijft.’
Het werd stil en iedereen keek elkaar aan.
‘Ben je helemaal?’ riep een mevrouw. ‘Het is bijna avond, het begint al donker te worden’.
‘Oh ik kan het ook niet halen,' zei een andere mevrouw. 'ik heb vanavond een hele belangrijke afspraak. Die kan ik ècht niet afzeggen hoor.’
‘Ik kan ook niet’ zei een meneer, ‘ik ben allergisch voor bomen. Vooral voor de bomen in dat ene bos waar de heks woont.’
‘Okee okee’ zei Lou vastberaden. ‘Dan ga ik wel als jullie niet durven.’

Hoofdstuk 3

Lou gaat op zoek naar de heks

En zo stond Lou dezelfde avond voor het bos waar de heks woonde en stak een lantaarntje aan. Het was die avond koud en mistig. Lou haalde diep adem en dapper stapte ze het mistige bos in. Op zoek naar het stenen huisje. Op zoek naar de heks.

Het was erg donker in het bos maar Lou hield het lantaarntje voor haar uit en deze scheen een oranje gloed langs de mistige bomen en dichtbegroeide struiken. Voorzichtig liep ze stapje voor stapje verder het bos in. Om haar heen hoorde ze vreemde geluiden. Takken en struikjes ritselden en verderop een spookachtig geluid van een uil. Bij elk geluid was Lou toch een beetje bang om de heks tegen te komen. Wat zou ze dan doen?

Lou hoefde niet eens heel ver te lopen en er verscheen een klein stenen huisje tussen de bomen door. In het huisje brandde licht en er kwam rook uit de schoorsteen. Was dit het huisje waar de heks woonde? Het zag er namelijk best gezellig uit. Zachtjes liep Lou naar de voordeur van het stenen huisje. Boven de deur hing een bord waar op stond: Brouwsels van Aaltje, voor elk vervelend kwaaltje. Lou klopte op de deur en wachtte in spanning af. De deur ging een beetje open…
‘Hallo?’ zei een stem aan de andere kant van de deur.

'Bent u een heks?' vroeg Lou zachtjes.
'Of ik een heks ben?’ Nu kwam er een mevrouw achter de deur tevoorschijn. ‘Tuurlijk ben ik een echte heks, dat zie je toch!' riep de heks teleurgesteld.
‘Ach nee ik ben vergeten mijn zwarte hoed op te zetten! Ik vergeet het elke keer! Stom stom stom’.
‘Ik heet Aaltje, kom verder. Het is koud buiten en binnen is het warm’ zei de heks vriendelijk.
Lou stapte het stenen huisje binnen.

Hoofdstuk 4

Het Gauwsel-brouwsel

Gelijk kneep Lou haar neus dicht.
‘Bah wat ruikt het hier vies!’ zei Lou.
In het midden van het huisje stond een grote zwarte ketel boven het vuur. In de ketel borrelde iets met een groene kleur.
‘Ik maak een brouwsel om schimmelkaas tussen je tenen te verwijderen’ zei Aaltje. ‘Dat ruikt best lekker hé?’
Lou keek naar de tenen van de heks.
‘Oh eh…’ stamelde Aaltje terwijl ze rood aanliep, ‘het is een brouwsel voor iemand anders, hoor. Heus!’

‘Ik heb ook een brouwsel nodig!’ zei Lou. ‘Een mevrouw denkt dat ze een kip is na een harde klap tegen het kippenhok.’
‘Echt waar?’ riep Aaltje enthousiast. ‘Wat een fantastisch nieuws!’
Lou keek de heks verbaasd aan.
‘Oh ik bedoel het is niet fijn dat ze een kip is,’ zei Aaltje, ‘maar wel fijn dat ik eindelijk een brouwsel voor iemand kan maken! Ik wacht al jaren tot er iemand langskomt die mijn brouwsels uit mijn winkeltje wil! Ze zijn van de beste kwaliteit!’

Aaltje rende gehaast naar een kast vol met potjes en struikelde bijna over een zwarte kat die bij de ketel lag te slapen.
'Dan maak ik gauw een brouwsel voordat het te laat is en dat ze een kip blijft! Wat zij nodig heeft is een Gauwsel-brouwsel.' De heks pakte de volgende ingrediënten uit de kast om het brouwsel te maken:

- een vuist vol paddenslijm;
- twee kippenveren;
- een eetlepel tranen van een jachtluipaard;
- een gedroogde kippenpoot;
- en een theelepel suiker voor de smaak.’

Aaltje gooide de ingrediënten één voor één in een nieuwe ketel. Eerst leek er niks te gebeuren maar nadat Aaltje begon te roeren met een grote houten lepel werd het brouwsel rood en begon het te schuimen. Toen werd het geel en begon het flink te stomen. Het brouwsel begon nu te borrelen tot het een paarse kleur kreeg.

Aaltje pakte een leeg flesje en haalde deze door de ketel tot het gevuld werd met het paarse Gauwsel-brouwsel. Ze drukte er stevig een kurk op en gaf het aan Lou.
‘Een paar slokjes moet genoeg zijn’ zei Aaltje. ‘Maar ga snel, voordat het te laat is.’ Lou bedankte de heks en rende het bos door, terug naar de kinderboerderij.

Hoofdstuk 5

De kipmevrouw drinkt het Gauwsel-brouwsel

Op de kinderboerderij zat de kipmevrouw gehurkt op een stok te slapen samen met alle andere kippen. Alle bezoekers waren er nog en keken vol bewondering naar de slapende kipmevrouw.

‘Ik heb het brouwsel!’ riep Lou. ‘Maar we moeten het direct geven!’
Ze maakten de kipmevrouw wakker zodat ze een beetje Gauwsel-brouwsel uit het flesje kon drinken. Dat bleek niet zo makkelijk te gaan. Daarom werd er een bakje op de grond gezet waar het het brouwsel in werd gegoten. Nu pikte de kipmevrouw in het bakje en dronk een beetje van het brouwsel. Nieuwsgierig zette iedereen een stapje achteruit. De kipmevrouw werd helemaal paars. Al snel trok dit weer weg en de mevrouw raakte haar hoofd aan. ‘Ach’ zuchtte de mevrouw. ‘Ik ben in slaap gevallen! En waarom zit ik onder de kippenveren?!’ De mevrouw klopte zich af en keek vragend om zich heen.
‘Hoera!’ riep iedereen. ‘Ze is geen kip meer!’
Lou vertelde de mevrouw wat er gebeurd was. Over de dolle ezel Theo en de aardappelschillen, over het kippenhok, dat de mevrouw een kip werd, en dat Lou een brouwsel haalde bij die aardige heks uit het bos, die helemaal niet zo eng was zoals iedereen beweerde.
En zo was alles weer normaal op de kinderboerderij. Bij de ezel werd een bordje geplaatst dat je ‘m geen aardappelschillen mag geven.

En de heks? Die was in haar nopjes. Want opeens stond iedereen in de rij voor het stenen huisje van Aaltje om een brouwsel te halen voor hun vervelende kwaaltje.

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen