De Cupcakevos header
De Cupcakevos header

De Cupcakevos

Een verhaal geschreven voor Julie met haar woord vosje
Lees samenvatting Luister verhaal
Spring naar
Hoofdstuk 1

De onbekende dief

Een paar nachten in het jaar slaat een onbekende dief toe in het dorp waar Julie woont. Er verdwijnen dan allemaal spulletjes zoals een koekenpan, deegrollers en een zeef. Vaak ook vorken, lepels en borden. Daarnaast ook eten en dan vooral veel kruiden. Er verdwijnen dan potjes suiker, zout, kaneel en anijs. Maar ook fruit, zoals aardbeien, bananen en bosbessen. En elke keer keer als de dief ’s nachts toeslaat, wordt er ook een cupcake gestolen. Eén cupcake.
Winkeliers sloten elke avond stevig hun ramen en deuren. Hopend dat de dief hun winkel zou overslaan. Maar hoe goed ze dit ook probeerden, er bleven dingen door de dief verdwijnen.

Maar als je de bewoners van het dorp zou vragen wie de dief is, weten ze dit niet. Want niemand heeft ooit iets verdachts gezien of gehoord. De dief ging ’s nachts namelijk heel voorzichtig en stil te werk. Wel gingen er vele verhalen en geruchten rond over wie de dief zou kunnen zijn. Was het die ene buurman of buurvouw op de hoek van de straat? Was het een snelle roversbende die het dorp af en toe bezocht? Of misschien toch een onzichtbaar monster?

En natuurlijk hebben ze geprobeerd de dief te betrappen.
De politie van het dorp begon samen met een handvol moedige winkeliers alle straten in het dorp te controleren. De hele nacht liepen ze met zaklampen heen en weer, hopend op een glimp van de stille dief. Maar ze zagen niks, hoorden niks en vonden niks. En toch, tot hun grote verbazing, was er de volgende dag toch weer een tros bananen en een kilo suiker verdwenen. Zo stil is deze dief dus.

Hoofdstuk 2

De oranje flits

Het controleren op straat hielp dus helemaal niets. Daarom werden er camera’s opgehangen. Zo zouden ze die dief wel betrappen door hem op beeld vast te leggen. Om de dief in de val te lokken, legden ze een tros bananen midden op het dorpsplein neer. Want dan zou de dief op de bananen afkomen en zou het allemaal worden opgenomen door de camera. Slim toch? En precies zoals de politie het verwachte, waren de bananen de volgende ochtend verdwenen. Hah! Nu zouden ze weten wie de hongerige dief was! Maar de politie kwam juist voor een nieuwe mysterie te staan. Ze bekeken de opgenomen videobeelden misschien wel honderd keer. Het enige wat ze zagen was een oranje flits op het moment dat de tros bananen werd gestolen. En als je heel goed keek, leek de oranje flits wel een beetje op een staart.
De politie kon niet verklaren wat ze nou op de beelden zagen. Daarom besloten zij om de video op internet te plaatsen. Misschien dat er iemand anders was die iets over de oranje flits kon vertellen.
En dat gebeurde. Maar veel meer dan de politie ooit zou kunnen verwachten. Na twee dagen ging de video namelijk compleet viral. Dat betekent dat een video heel veel wordt bekeken en gedeeld wordt. Het werd de meest gekeken video op internet ooit.

Daardoor kwamen er duizenden reacties binnen uit de hele wereld. Zo denkt Ballet-meisje11 dat het een onzichtbaar monster is. Gekke-jos-uit-het-bos denkt dat alles wordt gestolen door een een stelende tovenaar. En Ikhouvanpatatjes65 beweert zelfs dat de politie zelf alles heeft gestolen.
Maar de allermeeste reacties waren bijna hetzelfde. Eigenlijk waar de politie en de bewoners van het dorp stiekem al een beetje bang voor waren.
Die oranje flits op de video? Dat was duidelijk een spook. Er was een spook die s’ nachts op rooftocht ging door het dorp. Geen twijfel mogelijk.

Spoken dus, dachten de bewoners van het dorp. Dat moest het wel zijn. Want spullen verdwijnen toch niet zomaar?
De straten waren nu ’s avonds volledig verlaten. Niemand durfde zich meer te laten zien, bang dat ze het verschrikkelijke stelende spook tegen zouden komen.

Hoofdstuk 3

Het hele lange meelspoor

Julie was de enige in het hele dorp die niet geloofde dat het een spook was. Want spoken eten namelijk geen cupcakes. Julie had haar eigen cupcakewinkeltje genaamd Julie’s Fantastische Cupcakewinkeltje. Bij haar werd elke keer een cupcake gestolen. Eén cupcake. En de hongerige dief had ook nog eens een goede smaak. Hij pakte altijd de Aardbeiendroom - een aardbei cupcake, getopt met een kersje en regenboogspikkels. De beste cupcake die Julie verkocht.

Ergens vond Julie dit niet zo erg, blijkbaar vond de dief haar cupcakes gewoon heel erg lekker. Maar het werd tijd om deze dief te ontmaskeren en een einde te maken aan de diefstal in het dorp. Maar hoe ontmasker je een dief die niet te zien is? En ook nog eens heel snel is? Julie leunde tegen haar toonbank in haar winkeltje en keek om zich heen. Ze moest iets hebben om de dief te vinden. Julie pakte een zak meel van de bovenste plank en kreeg een goed idee. Op de zak schreef ze met een roze stift: “Zak met overheerlijke verse Aardbeiendroom cupcakes”. Met een vork prikte Julie vervolgens twee gaatjes in de zak tot deze meel begon te lekken.
Ze zette de zak netjes op de toonbank zodat deze goed zichtbaar was. Zou de dief de zak meenemen? Zou hij er in trappen? Dezelfde avond kon Julie bijna niet slapen. Zo spannend was het. Want wie weet zou ze de dief morgen wel te pakken kunnen krijgen… En met die gedachte viel ze in een diepe slaap.

Het was nog maar net ochtend toen Julie wakker werd. Vanuit haar raam zag ze al mensen op straat staan, druk aan het praten over nieuwe gestolen spullen. De dief had vannacht duidelijk weer toegeslagen.
Julie rende haar cupcakewinkeltje binnen en zag dat de zak meel van de toonbank was verdwenen. De dief had de zak meegenomen omdat hij dacht een goede buit cupcakes te hebben gescoord. Maar zonder dat hij het door had, een spoor van meel achtergelaten.

Julie keek naar het spoor van meel die naar de winkeldeur liep. In het meel stonden kleine pootafdrukken. Dat waren duidelijk geen mensenvoeten. Maar van wie waren die pootjes dan wel? Julie liep naar buiten. Ze zag het meelspoor doorlopen naar het einde van de straat. En aan het einde van deze straat ging het spoor een andere straat in. Julie bleef het spoor volgen tot ze al een eindje buiten het dorp was. Het spoor liep over een heuvel, door grasvelden en weilanden, langs rivieren en over bruggen, langs koeien en pony’s, tot het spoor opeens ophield bij een grote boom. Het spoor was helemaal weg.

Julie snapte er niks van. Was de zak meel helemaal leeggelopen zodat het spoor niet verder liep? En de dief alsnog weggekomen is? Ze keek om zich heen en zocht naar nieuwe sporen maar er was niks te vinden. Julie ging tegen de grote boom zitten in hoog gras en staarde voor zich uit. Ze was zo dichtbij maar misschien ook zo ver weg.
Julie zakte wat meer naar achteren tegen de boom aan. Maar dat zat niet zo lekker. De grond voelde erg hard aan. Wacht even, dacht Julie. De grond voelt als hout. Dat kan helemaal niet.

Hoofdstuk 4

De Cupcakevos

Met haar handen zocht ze door het hoge gras langs de grote boom, op zoek naar de houten grond. En aan de onderkant van de boom voelde Julie een deurklink. Ze draaide aan deze deurklink en trok een klein rood deurtje open. En in de kleine deuropening liep een trappetje van steen naar beneden. Julie had de schuilplaats van de dief gevonden.
Julie twijfelde of ze wel verder moest gaan. Ze was inmiddels best ver van huis en ze wist niet wat ze tegen zou kunnen komen als ze het trappetje af zou gaan. Maar dit was misschien de enige kans op de dief te betrappen. Met volle moed kroop Julie moeizaam de kleine trap af. Ze paste er maar net doorheen. Steeds verder en verder daalde ze af.
Tot ze eindelijk beneden was. En Julie keek haar ogen uit.

De ruimte waar ze terecht kwam leek namelijk op een eetkamer.
Er stond een lange gedekte tafel met daarop servies waarvan niks bij elkaar leek te passen. Een rood met geel bord, een blauw met groen bord. Een paars kopje met een oor, een witte beker zonder een oor. Daarnaast nog alle maten bestek, van een theelepeltje tot een soeplepel. Ook stonden er brandende kaarsjes. Het zag er al met al toch wel gezellig uit.
Maar wat er midden op de tafel stond verbaasde Julie nog het meest. Er stonden misschien wel twintig cupcakes op tafel. Alle cupcakes hadden een nummer en vreemd genoeg leken ze allemaal op de Aardbeiendroom cupcake die Julie maakte.

Aan het uiteinde van de tafel stond één stoel. Julie moest goed kijken door de schemering van het kaarslicht maar op die stoel zat toch echt een kleine oranje vos. In zijn pootjes hield hij een mes en een lepel vast. Zijn snuit zat vol met kruimels en hij had een slabbetje voor. Hij wilde net beginnen met cupcake nummer 83 en had helemaal niet door dat Julie er ook was. De vos nam een paar hapjes en smakte er flink bij. Hij leek er niet erg blij om te zijn. Het vosje pakte vervolgens een pen en schreef iets op een kladblok. Vervolgens sprong hij op tafel, pakte cupcake nummer 84 en ging weer zitten op zijn stoel.

Julie zette een stapje naar voren zodat ze in het kaarslicht stond. “Hee vos”, zei Julie voorzichtig. Toen Julie dat zei, schrok de vos zich wezenloos, sprong een meter in de lucht en rende met een flinke snelheid de eetkamer door. Door zijn enorme snelheid zag Julie alleen maar een oranje flits heen en weer vliegen. Het vosje botste van ene op de andere muur. Kopjes en en borden vielen van de tafel. In zijn grote paniek kon het vosje de uitgang niet vinden. En zo ging het door tot hij uitgeput in een hoekje tot stilstand kwam.

“Wees niet bang”, zei Julie.
Het vosje krabbelde omhoog. Hij zag er bang en vooral betrapt uit. “Hoe kun je mij gevonden hebben?” vroeg het vosje met een trillende stem.
Julie vertelde het verhaal over de vele diefstallen. Over de politie en de meest bekeken video ooit. Maar ook over de zak meel die leidde naar de schuilplaats van het vosje.
Het vosje sloeg zijn pootje zachtjes tegen zijn kopje. “Dom dom dom” zuchtte hij tegen zichzelf.
“Wat doe jij hier eigenlijk en waarom lijken die cupcakes zoveel op mijn cupcakes?” vroeg Julie.
Het vosje schrok. “Jij bent Julie, van Julie’s Fantastische Cupcakes!” riep hij blij verrast. “Kom! Kom!” Dan laat ik je wat zien”.
Julie liep achter het vosje aan en ze kwamen een kleine keuken binnen. Er stond een oven en een koelkast. Er hing een rek met een zeef, spatels en lepels. Maar er stond ook een kast vol zakken meel en kruiden. Zoals speculaaskruiden, vanille, kaneel, anijs, gember en paprikapoeder.
En aan de muur hingen allemaal aantekeningen van verschillende cupcakes met daarop verbeteringen van de ingrediënten.

Hoofdstuk 5

Cupcake nummer 72

“Jaren geleden nam ik een hapje van jouw Aardbeiendroom cupcake” vertelde het vosje. Sindsdien ben ik helemaal verliefd op deze cupcake. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Al jaren probeer ik nu dezelfde cupcake na te maken. Maar dan nog beter! En daarvoor had ik af en toe kruiden en fruit nodig, die ik ’s nachts uit het dorp haal. En ik denk, ik denk dat ik nu de perfecte versie van jouw cupcake heb gemaakt.”
Op het aanrecht van de keuken stonden een paar cupcakes op een rij. Uit deze rij pakte het vosje cupcake nummer 72 en gaf deze aan Julie. “Proef maar!” zei het vosje trots. “Dit is jouw cupcake, de Aardbeiendroom, maar dan iets beter!”.

Julie nam een hapje van de cupcake. Met een scheef oog keek ze naar de vos. Hij wreef zenuwachtig in zijn pootjes en keek vol spanning naar Julie. Heel even verdween Julie in dromenland. Zo lekker was de cupcake. Dit was inderdaad haar cupcake maar dan veel lekkerder. “Hoe is het mogelijk…” zei Julie zachtjes.

Het vosje tilde vervolgens zijn twee pootjes in de lucht naar Julie toe. “Maar ik weet waarom je hier bent." zuchtte het vosje. "Het is voorbij. Alles wat ik wilde was cupcakes maken en een eigen winkeltje. En dan kon ik iedereen in het dorp blij maken met gratis cupcakes. Maar wie wil nou cupcakes van een stelend vosje? Neem me maar mee naar de politie, Julie…”
Julie keek naar het vosje die nu erg verdrietig was.
“Weet je wat, vosje?” zei Julie. “Ik heb een veel beter idee...”

En vanaf dat moment werd er nooit meer iets gestolen uit het dorp. Maar de bewoners hadden dat niet eens door. Want alle aandacht ging naar Julie’s Fantastische Cupcakewinkeltje. Deze werd namelijk binnen enkele tijd de meest beroemde ter wereld. Er stond elke dag van s’ ochtendsvroeg tot laat in de avond een lange rij voor de winkeldeur. Iedereen in deze enorme rij wilden ook die ene cupcake kunnen eten waar zoveel over wordt gepraat. Een aardbeien cupcake, vol van smaak, getopt met een kersje en regenboogspikkels: De Aardbeiendroom. Een cupcake waarbij je echt even wegdroomt.

Er werd Julie vaak gevraagd wat nou het geheim is van die heerlijke cupcake en wie haar helpt om deze te maken. Julie antwoordde altijd dat dit een magisch bakkersgeheim is en dat ze daar niks over kan zeggen.
Maar als je in Julie’s Fantastische Cupcakewinkeltje zou staan en heel goed zou opletten en heel goed zou kijken, kun je misschien achterin de keuken af en toe een oranje staart zien bewegen…

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen