De Snurkpanda header
De Snurkpanda header

De Snurkpanda

Een verhaal geschreven voor Jip en Puck met hun woord bus
Lees samenvatting Luister verhaal
Spring naar
Hoofdstuk 1

De blauwe bus

Samen zaten ze aan het ontbijt. Puck een boterham met pindakaas en Jip een beschuit met een dikke laag chocopasta met hagelslag. Ze keken een beetje somber voor zich uit. Het was zaterdag en het was koud buiten. Dit zou waarschijnlijk een saaie lange dag worden. Tot Puck iets opviel toen ze naar buiten keek. “Eh… Jip?” zei Puck voorzichtig. “Hmm wat?” vroeg Jip terwijl hij een hap van zijn beschuit nam. “Wat staat daar nou in de tuin?” vroeg Puck verward. Jip keek nu ook naar buiten en zijn mond viel open van verbazing, terwijl beschuitkruimels op de grond vielen.

In de tuin stond een blauwe bus. Niet zo’n grote bus maar een kleine oude bus. Jip en Puck trokken hun laarzen aan en liepen naar buiten de bus tegemoet. De deur van de bus stond open. “Wat gek he, Jip? Dat hier een bus staat” zei Puck zachtjes. Samen stapten ze de bus in. “Hallo? Is er iemand?” riep Puck. Maar er zat niemand in de bus.
“Jip en Puck!” hoorden ze opeens iemand roepen met een heel zacht stemmetje. Het was bijna niet te horen.

“Zei jij nou wat, Puck?” vroeg Jip. “Ik niet” zei Puck. Samen keken ze om zich heen waar het zachte stemmetje vandaan kwam. “Hee hierzo! Hierzo!” piepte hetzelfde stemmetje weer. Jip en Puck keken naar het stuur van de bus, waar het stemmetje vandaan leek te komen. Ze moesten even goed kijken maar daar zat toch echt een kleine groene rups op het stuur en leek naar Jip en Puck te kijken. Jip en Puck bogen zich naar het rupsje toe. “Jip en Puck! piepte de rups. “Jullie moeten ons helpen! Met heel veel spoed! Er is geen tijd te verliezen. We moeten direct naar het Hoge Dennenwoud!”

De motor van de bus startte opeens. “Prrrrup prrrrup” pruttelde de bus. Twijfelend gingen Jip en Puck achterin zitten. Ze twijfelden niet zozeer over hun tocht naar het Hoge Dennenwoud maar eigenlijk waren ze bezorgd wie de bus zou besturen.

Langzaam begon de bus te rijden. Jip en Puck zagen de rups over het stuur kruipen. Met zijn kleine pootjes kroop hij van links naar rechts. En het stuur draaide mee. Daardoor ging de bus elke keer een andere bocht om.
Maar wacht even, dachten Jip en Puck. Als de rups de bus bestuurt, wie geeft er dan gas? En misschien nog belangrijker, wie remt er? Jip en Puck keken tegelijk naar de rem en het gaspedaal. Daar zaten twee egels. Eentje drukte met zijn snuit tegen het gaspedaal en de ander duwde af en toe de rem in met zijn pootjes.
Jip en Puck hielden zich stevig vast aan hun stoel. Als dit maar goed zou komen. Ze gingen veel te hard over drempels en hobbels. De hele bus schudde heen en weer. Af en toe reden ze door een grote struik. Volgens Jip reed het busje even door het water heen. Volgens Puck was dit zelfs een hele rivier, omdat de rups vergat om over de brug te rijden. “Mijn fout!” riep de rups wel 100 keer.
Maar al met al, ook al leek de busrit een eeuwigheid te duren, kwamen ze aan in het Hoge Dennenwoud.
De bus stopte boven op een grote heuvel naast een grot.
“We zijn er!” riep de rups met een piepende stem.
“Gelukkig!” riepen Jip en Puck tegelijk opgelucht.

Hoofdstuk 2

'Het lijkt wel een zaagfabriek'

Jip en Puck stapten nog maar net de bus uit, toen de grond begon te trillen. De grond trilde zo hard, dat alle eekhoorntjes uit de bomen naar beneden vielen. Ze klommen allemaal weer terug, alsof het heel normaal was. Verderop vielen er zelfs een paar bomen om. Puck en Jip hielden zich stevig vast aan de bus.

“Een aardbeving!” riep Puck. “Nee” zei de rups. “Dat is de Snurkpanda, en daarom zijn jullie hier! Om ons te helpen.”
“Wat is een Snurkpanda?” vroeg Jip verbaasd. De rups vertelde het hele verhaal. Vorig jaar is er een panda naar het Hoge Dennenwoud verhuisd. De panda is zeer vriendelijk en rustig en slaapt hele gedeeltes van de dag. Ze hadden totaal geen last van de panda.
Maar toen de eerste sneeuw viel, en het waren maar een paar vlokjes, besloot de panda om te gaan slapen. Maar hij wilde vervolgens niet wakker worden. Hij besloot een winterslaap te houden. En dat is wel een beetje raar, want een panda houdt helemaal geen winterslaap. Maar dat is niet eens zo erg. Het erge is dat de panda heel hard begon te snurken. En hij snurkte niet heel eventjes. Hij snurkte uren. Dagen. En dagen werden weken. Hij snurkte zo hard, dat het hele Hoge Dennenwoud er last van had. Alle woudbewoners die juist wel een winterslaap zouden moeten houden, zoals beren, egels en vlinders, konden niet slapen door het enorme harde gesnurk. Het lijkt wel zaagfabriek. Maar wat ze ook probeerden, ze kregen de Snurkpanda niet wakker. Die bleef ondanks alle wakker-maak pogingen doorsnurken.

“En jullie moeten ons hiermee helpen” zei de rups tot slot. Jip en Puck keken elkaar verbaasd aan.
“Waarmee zouden wij dan kunnen helpen?” vroeg Jip.
“Jullie moeten de Snurkpanda wakker zien te maken!” riep de rups. “Het Hoge Dennenwoud moet weer rustig zijn, zoals het voorheen was. Zodat iedereen zijn winterslaap kan houden.”

Bij de ingang van de grot waar de Snurkpanda sliep stonden dieren met bordjes te protesteren. Op het bordje van een eekhoorn stond “Stop een kurk in het gesnurk!” Op het bordje van een konijn stond: “Het bos gaat op en neer, stomme pandabeer”.
De dieren waren boos en moe. Ze wilden ook graag een winterslaap houden.

De kleine rups wenste Jip en Puck veel succes en samen liepen Jip en Puck voorzichtig de grot in van de Snurkpanda. Eerst was het een beetje donker, maar al snel zagen Jip en Puck een oranje gloed aan het einde van de gang. Aan de muur van de gang hingen scheve fotolijsten van de Snurkpanda en zijn familie. Door het harde gesnurk van de Panda vielen er ook foto’s van de muur op de grond. Jip en Puck moesten zich af en toe goed vasthouden aan de muren van de gang, want door het harde gesnurk beefde de hele grot. “Dat de grot nog niet is ingestort! riep Puck”.
Met vallen en opstaan kwamen ze uiteindelijk aan in een knusse woonkamer.

Hoofdstuk 3

Die panda is niet wakker te krijgen

En daar lag de snurkpanda met een slaapmuts, op een kussen voor de open haard. En wat kwam er een geluid uit. Het gesnurk was nu zo hard, dat Jip en Puck vingers in hun oren stopten. “Deksels, wat snurkt die panda hard” schreeuwde Jip naar Puck. “WAAAT!?” schreeuwde Puck. “IK VERSTA JE NIET!”. “WAT SNURKT DIE PANDA HARD!” schreeuwde Jip weer.

Jip bukte naar de panda. Voorzichtig tikte hij tegen de arm van de panda. Er gebeurde niks. Jip tikte nog eens harder. En weer gebeurde er niks, de panda bleef superhard doorsnurken. Puck hielp nu ook mee en tikte tegen de panda’s oren aan. Samen begonnen ze te duwen en te trekken maar wat ze ook probeerden, de Snurkpanda bleef doorslapen.
Naast de Snurkpanda lag een bamboetakje. Pandas zijn gek op bamboe! Jip pakte het bamboetakje en hield het voor de panda’s neus. “Als dit de Snurkpanda niet wakker maakt…” zei Jip en nam een stapje terug. Mocht de panda wakker worden en wild om zich heen slaan van de schrik. Maar dat is niet wat er gebeurde. De Snurkpanda draaide zich om en snurkte nog harder dan voorheen.

“Die panda is inderdaad echt niet wakker te krijgen” zei Jip verbaasd. “We moeten wat anders proberen” riep Puck door het harde gesnurk heen. “Als we hem in de grot niet wakker krijgen, dan buiten misschien wel”.
Met alle dieren die buiten stonden rolden ze de Snurkpanda de grot uit. Maar ze rolden hem iets te ver over de heuvel. Door de steile helling begon de arme beer nu vanzelf te rollen. Steeds sneller en sneller naar beneden, de heuvel af. Hij rolde door bosjes en struikjes tot hij beneden uiteindelijk tot stilstand kwam. “Nou, die Snurkpanda is nu wel wakker” zei Puck zachtjes tegen Jip. Iedereen haastte zich naar beneden naar de arme Snurkpanda. Maar zo zielig was de panda niet… nee, die bleef gewoon heerlijk doorsnurken. “Hoe. Is. Het. Mogelijk!” riep Jip stomverbaasd.

“Dit vraagt om een grotere aanpak, Jip! riep Puck vastberaden.
En zo probeerden ze van alles. Ze tilden de Snurkpanda met veel moeite in een badkuip met warm water. Hij werd niet wakker. Ze tilden hem daarna in een badkuip vol met ijsklontjes. Ja je raadt het al, hij werd niet wakker. Ze deden met alle dieren het spelletje Ezeltje Prik met de Snurkpanda. Na 40 keer was het niet leuk meer, want de Panda werd toch niet wakker.
Ze drukten kurken in de neusgaten van de panda. Maar die vlogen er met een enorme vaart uit. Een uil die vanaf een tak toekeek werd geraakt door een kurk en kreeg een gipsvleugel.
Was ze ook probeerden, het was hopeloos. Jip en Puck rolden de panda weer terug de grot in. Terug naar de panda zijn kussen voor de open haard. Toen Jip en Puck net weg wilden gaan ging er opeens een wekker af. -TRIIIIIIIIIIIIIIING-
En wat er toen gebeurde…

Hoofdstuk 4

De verhuizing

De Snurkpanda werd wakker. Hij deed zijn wekker uit. Nam een hap van zijn bamboetakje. EN VIEL WEER IN SLAAP! En hij snurkte nu nog harder dan ooit! Het was niet meer om aan te horen. De grond beefde nu zo hard, dat alle bomen buiten de grot waarschijnlijk om zouden vallen en dat alle dieren nu moesten verhuizen naar een ander woud.
Dit kon niet meer. In plaats van dat alle dieren zouden gaan verhuizen, zouden ze de Snurkpanda moeten verhuizen. En dat deden ze. Ze rolden de panda net zo lang totdat ze een nieuwe geschikte grot vonden in het Hoge Dennenwoud. Het was niet heel ver weg, maar het was een grot met heeeeele dikke muren.
Jip legde het kussen neer, Puck maakte een knus kampvuurtje voor de warmte. Ze legden tot slot het afgekauwde bamboestokje naast de panda.
Daarbij schreven ze ook nog een briefje aan de panda, waarom ze hem hebben verhuisd. Anders zou de panda wel heel erg vreemd opkijken als hij weer wakker zou worden en niet zou weten wat er is gebeurd.

En zo keerde de rust weer terug in het Hoge Dennewoud. Het werd weer muisstil. Jip en Puck werden door alle diertjes toegejuicht en bedankt. Ze twijfelden nog of ze nog wel in de bus naar huis wilden, aangezien de rups weer ging sturen. Maar lopen was dan ook wel heel ver.
De terugweg was weer net zo hobbelig en wat schudde de bus heen en weer. Maar het was lang niet zo erg als het gesnurk van de Snurkpanda. Uiteindelijk kwamen ze weer veilig thuis aan. De rups bedankte Jip en Puck nogmaals met zijn piepende stemmetje. De egel drukte het gaspedaal in en het blauwe busje reed pruttelend weg, tot deze uit het zicht van Jip en Puck verdween.

“Wat een avontuur!” zei Jip! “Wat kon die panda snurken hee!” riep Puck. Samen gingen ze vermoeid maar voldaan op de bank zitten…

“...en vielen beide snurkend in slaap.

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen