Hoofdstuk 1
'Acht keer kloppen'
Julia zag een mevrouw met een struisvogel onder haar arm door een klein deurtje verdwijnen. Het deurtje stond tussen twee winkels in en het was Julia nog nooit opgevallen. Boven het deurtje hing een bord waar een struisvogel op afgebeeld stond. Geen winkelnaam, alleen een struisvogel. Was dit wel een winkel?
Met slordige letters stond er '8 keer kloppen' op het deurtje. Julia twijfelde maar kon het niet laten. Ze was te nieuwsgierig en klopte acht keer aan. Gespannen wachtte ze af.
Er gebeurde niks.
Misschien was de winkel, of wat het ook was, gesloten? En net toen ze verder wilde lopen, ging er een schuifje open in het deurtje. Twee ogen staarden Julia aan zonder te knipperen.
'Heb je een struisvogel?' vroeg een hoge piepstem achter de deur.
'Ehh nee' zei Julia verbaasd. 'Ik heb geen struisvogel.'
Het schuifje ging weer dicht en de deur bleef gesloten.
Waarom had je een struisvogel nodig om hier binnen te komen? dacht Julia. Wie had er nou een struisvogel bij zich? En nog belangrijker, wat zat er achter dit deurtje?
Nieuwsgieriger kon Julia niet worden. Ze was vastbesloten om erachter te komen wat dit voor geheimzinnige plek was. En dan had ze dus eerst een struisvogel nodig.
Ze wist waar ze die kon vinden.
Hoofdstuk 2
Julia 'leent' een struisvogel
Julia haastte zich naar de kinderboerderij want daar stond een struisvogel, altijd op dezelfde plek. Lang hoefde ze niet te zoeken want ver boven de schapen en kippen uit was de struisvogel al te zien. Nog steeds op dezelfde plek waar hij altijd stond. Wat een groot beest!
Ze verstopte zich tussen de schapen en wachtte tot de kinderboerderij ging sluiten. En toen de laatste oppasser het hek op slot deed en wegging, kwam ze tussen de schapen tevoorschijn en liep naar de struisvogel.
De struisvogel zag er wat sneu en verdwaald uit. Er leek maar weinig aandacht aan hem besteedt te worden. Hij miste veren, was verkleurd en zag er gewoon oud en een beetje viezig uit.
Maar een struisvogel is een struisvogel en die had ze nodig.
'Struisvogel, ga je mee?' vroeg Julia voorzichtig.
De struisvogel bewoog niet en keek voor zich uit.
'Struisvogel, ik heb je even nodig en ik breng je zo weer terug.'
De struisvogel deed nog steeds niks.
Voorzichtig duwde Julia tegen de struisvogel aan. Ze was bang dat hij om zou vallen of dat 'ie z'n kop in het zand zou steken. Maar er zat geen enkele beweging in. Was dit wel een echte struisvogel?
Toen probeerde ze maar iets anders. Ze nam een aanloop en sprong op de rug van de struisvogel.
'Hup, struisvogel!' riep Julia. 'Hortsik!'
Niks. Er gebeurde niks.
'Oh kom op, struisvogel, ik wil zo graag naar het geheimzinnige houten deurtje' zuchtte Julia teleurgesteld.
En alsof de struisvogel wist waar ze het over had, begon hij te rennen. Heel snel te rennen. Hij sprong met een hoge boog over het gesloten hek van de kinderboerderij en rende richting het houten deurtje.
En Julia kon zich alleen maar stevig vasthouden.
De struisvogel rende de straten door, haalde rijdende auto’s in en sprong over mensen en struiken heen. Hij stopte met rennen voor het geheimzinnige houten deurtje. Als Julia zich niet stevig had vastgehouden was ze van ‘m afgevlogen. Hoe kon deze struisvogel, die bij de kinderboerderij jarenlang op dezelfde plek stond, dit deurtje kennen?
Julia stapte van de struisvogel af en klopte acht keer op het deurtje. Na een tijdje wachten ging het schuifje in het deurtje weer open en twee ogen staarden haar aan.
‘Heb je een struisvogel?’ vroeg dezelfde hoge stem.
‘Tadaa!’ riep Julia trots en wees naar de struisvogel die ongeduldig trappelend naast haar stond.
De ogen keken nu naar de struisvogel en het schuifje ging weer dicht. Deze keer hoorde Julia een sleutel in het slot en het deurtje ging open.
Hoofdstuk 4
‘Tuu-tuu-toeeeeeet’
‘Welkom in Struis-Bruis!’ riep het hoge stemmetje enthousiast. Een mevrouw met een lange witte jas kwam achter het deurtje tevoorschijn. ’Kom binnen en volg mij!’ zei ze vriendelijk.
De struisvogel boog zijn lange nek naar beneden en met zijn snavel duwde hij Julia naar binnen.
Julia paste maar net door het kleine deurtje en de struisvogel wurmde zich naar binnen.
In een lange smalle gang die steeds breder werd, volgden ze de mevrouw die voorop liep. De gang was gezellig verlicht met lampionnetjes en aan de muur hingen wel duizend foto’s van blije struisvogels.
‘Zeg, hoe lang zitten jullie hier al?’ vroeg Julia terwijl ze door de gang liepen. ‘Struis-Bruis is me nog nooit eerder opgevallen.’
‘Oh’ zei de mevrouw. ‘We proberen Struis-Bruis het best bewaarde geheim te houden. Anders kloppen ze al snel aan met hamsters, slangen en weet ik veel wat voor andere huisdieren. Daarom verhuizen we regelmatig naar een nieuwe plek.’
Julia knikte, alsof ze het begreep maar ze had eigenlijk geen idee waar ze was.
‘Bij Struis-Bruis vangen we struisvogels op die het moeilijk hebben of verdwaald zijn’ vertelde de mevrouw.
Ze opende een nieuwe deur aan het einde van de gang.
‘Hier worden ze dan ook goed verzorgd en opgeknapt.’
Ze kwamen in een grote ruimte en Julia keek haar ogen uit. Overal zag ze struisvogels. Zelfs aan een plafondlamp zag ze een struisvogel hangen. Ze leken erg blij te zijn en kwetterden van plezier. Er was een kraampje waar limonade werd uitgedeeld en er was een tafel waar je spelletjes kon doen. En het rook er lekker. Naar shampoo. En aardbei. Maar het rook ook naar suikerspin.
Maar wat vooral opviel… was de machine. Een grote machine die lawaai maakte.
’Tuu-tuu-toeeeeeet’ bromde en kuchte de machine en blies allemaal stoom een bubbels uit.
Het ding zag er ingewikkeld uit met de vele hendels, buizen, knopjes en knipperende gekleurde lichtjes.
‘Dit is mijn trots, de Struis-Bruismachine!’ riep de mevrouw blij.
Ze draaide zich om naar Julia wreef in haar handen.
‘Zeg het eens, welk wasprogramma had je gewild?’
Hoofdstuk 5
De Struis-Bruismachine
De mevrouw wees naar een bord waarop verschillende wasprogramma’s stonden afgebeeld.
Nu begreep Julia wat Struis-Bruis was. Een struisvogelwasserij en de Struis-Bruismachine was een grote wasstraat. Ze keek een tijdje naar het bord maar kon geen keuze maken.
‘Welke wasprogramma wordt aangeraden?’ vroeg Julia twijfelend.
De mevrouw bekeek de struisvogel van top tot teen en sloeg zachtjes tegen zijn zijkant.
Een stofwolk schoot uit zijn veren.
‘Er is maar één programma die deze struisvogel nog schoon krijgt’ kuchte ze. ‘Lava Schrob.’
Ze liep naar de Struis-Bruismachine en drukte op een paar knopjes. Oranje en gele lampjes knipperden en de machine begon te stomen. De mevrouw zei iets, maar Julia kon het niet horen omdat de machine veel kabaal maakte. Ze zwaaide en wenkte dat Julia dichterbij moest komen.
‘Zit er echte lava in de Struis-Bruismachine?’ vroeg Julia een beetje bezorgd toen ze naast de mevrouw stond.
De mevrouw glimlachte. ‘Welnee!’ zei ze. ‘Maar wel mijn gepatenteerde Struis-Bruis-Shampoo. Het maakt je struisvogel brandschoon en het ruikt ook nog eens heerlijk. Maar de ingrediënten zijn geheim.’ Toch was Julia een beetje bang dat hij er als een gebraden kalkoen uit zou komen.
‘Het zal een ware verwennerij voor hem zijn’ voegde de mevrouw eraan toe toen ze zag dat Julia zich zorgen maakte. ‘Hij zal gewassen, gemasseerd, gespoeld en gedroogd worden. En zijn veren worden ook nog eens gladgestreken.’
De struisvogel had al plaats genomen in de Struis-Bruismachine en trappelde enthousiast met zijn poten. De mevrouw duwde een hendel omlaag en langzaam rolde hij met een lopende band de machine in.
Stoom en zeepbellen schoten uit de machine. Er was veel gepruttel en alle lichtjes knipperden. Er gingen misschien wel tien minuten voorbij toen alle lichtjes op groen sprongen. Het wasprogramma was klaar en uit de andere kant van de machine kwam een struisvogel van de loopband rollen.
‘Hee waar is mijn struisvogel gebleven?’ vroeg Julia verbaasd aan de mevrouw.
‘Dat IS jouw struisvogel’ antwoordde de mevrouw die tegen de machine aanleunde.
Julia herkende hem helemaal niet meer. Hij zag er zo mooi uit. Schitterende kleuren, prachtige gladgestreken veren en hij glinsterde van alle kanten. Hij was zo goed als nieuw! Trots rende hij een rondje om Julia heen.
Hoofdstuk 6
Het best bewaarde geheim
‘Tijd om terug te gaan naar de kinderboerderij’ zei Julia tegen de schone struisvogel.
Hij reageerde niet. Hij stond stil en staarde voor zich uit.
‘Kom, dan spring ik op je rug en dan rennen we weer terug!’
Ze duwde tegen hem aan maar er was weer geen beweging in te krijgen.
‘Waarom wil hij niet mee?’ vroeg Julia.
‘Ik denk dat hij hier wil blijven’ zei de mevrouw terwijl ze de Struis-Bruismachine uitzette.
‘Dat gebeurt vaker. Er is namelijk een plek waar hij naartoe kan. Een plek waar ook andere verdwaalde struisvogels zijn. Waar hij kan rennen wat hij wil en waar hij regelmatig een heerlijke Struis-Bruis-wasbeurt krijgt.’
‘Is dat wat je zou willen, struisvogel?’ vroeg Julia.
Uit blijdschap trappelde hij met zijn poten en klapperde nu ook met zijn kleine vleugels.
‘Dan mag je vast hier blijven.’
De mevrouw knikte instemmend. ‘Hij gaat het daar goed hebben, dat beloof ik je.’
Julia nam afscheid van de mevrouw en gaf de struisvogel een lange stevige knuffel. Ze ging ‘m wel een beetje missen.
Een paar dagen later besloot Julia om op bezoek te gaan bij de struisvogel. Ze klopte wederom acht keer op het houten deurtje. Het duurde dit keer erg lang. Ze klopte nog eens acht keer. Maar het schuifje in de deur bleef dicht.
‘Hallo?’ riep ze. ‘Mevrouw van Struis-Bruis, bent u daar?’
Er werd niet geantwoord. Ze keek om zich heen en zag dat het bord met de afgebeelde struisvogel er ook niet meer hing.
Struis-Bruis was verhuisd. De mevrouw had gelijk, dit was echt het best bewaarde geheim. Misschien dat Julia het ooit weer vond.
Waar de struisvogel ook was, Julia wist dat hij het erg naar zijn zin had.
Rennend met andere struisvogels. Schoon en gladgestreken door de Struis-Bruismachine.
Enthousiast trappelend met zijn poten.
Einde
Dit verhaal delen?
Kopieer link