Hoofdstuk 1
Het dorp is boos
Het dorp was boos. Met fakkels, knuppels en koekenpannen stonden ze op het dorpsplein. Er is namelijk iemand die alle cola in het dorp leegzuigt. De dorpsbewoners vinden dan alleen lege flessen en blikjes terug. En daar zitten twee kleine gaatjes in. Alsof er in gebeten was. Alsof de cola eruit gezogen was...
En daarom was het dorp boos.
'Ik ben boos!' schreeuwde een dorpsbewoner zwaaiend met een knuppel.
'Ik ben ook boos!' riep een ander. 'Elke dag weer een lege colafles en ik verstop mijn cola toch echt goed!'
'Deze dief moet gestopt worden!' riep iedereen tegelijk.
'Mensen mensen, kalmeer uzelf' riep de burgermeester. De boze groep viel stil en luisterde naar de burgermeester.
'We weten niet hoe de cola verdwijnt.' Ze ging op een krukje staan en wees naar de heuvel achter het dorp.
'Maar ik heb wel een vermoeden! Het kasteel daar boven op de heuvel is onlangs gekocht door ene Graaf Dracola. En sinds hij daar woont, verdwijnt onze cola! Toeval? Ik denk het niet. Zelfs zijn naam wijst er op dat hij de cola leegzuigt!'
De dorpsbewoners keken de burgermeester vragend aan.
'Dra-COLA!?!'' spelde de burgermeester hardop.
'Oooooh ja!' riep de boze groep.
Haastig vouwde de burgermeester een tekening open en hield deze boven haar hoed.
'Kijk, ik heb vandaag een tekening van 'm gemaakt!' riep ze. 'Zo ziet hij er uit. En kijk die scherpe tanden. Daarmee zuigt hij vast de cola leeg. Eng hé?'
De boze groep mompelde instemmend.
'Kom we pakken 'm!' riep de burgermeester tot slot.
En zo rende de boze groep de heuvel op, naar het kasteel van Graaf Dracola.
Graaf Dracola voelde de bui al hangen toen hij uit het kasteelraam keek en de boze menigte op 'm af zag komen.
'Niet weer...' zuchtte hij.
Zo snel hij kon rende hij de vele kasteeltrappen af tot hij beneden was. Daar stond zijn noodkoffer al klaar voor dit soort gevallen.
Hij schrok want er werd al op de voordeur gebonkt.
'Doe open, suikerzuiger! We weten dat je er bent!'
'Ja, dief! We komen je halen!'
Zonder te twijfelen greep Graaf Dracola zijn koffer en verdween door een geheime zijdeur, de nacht in.
Hoofdstuk 2
Een snikkend geluid
Vanuit het dorp zag Sem hoe de boze menigte van alles probeerde om het kasteel binnen te komen. Hij deed er niet aan mee. De dorpsbewoners waren de laatste tijd wel vaker boos.
Sem werkte als journalist voor de dorpskrant en maakte foto's van de kasteelbestorming. En deze gebeurtenis kon misschien wel voorpaginanieuws worden.
En terwijl hij foto's maakte, liep hij langs een bushalte en struikelde bijna over een koffer. Drommels dacht Sem, wie zet hier nou een koffer neer. Meteen hoorde hij een gek snotterend geluid. Een huilend geluid. Maar hij zag niemand.
Tot hij twee scherpe tanden in het donker zag schitteren.
Het zou toch niet...
Iemand kwam tevoorschijn.
Het was Graaf Dracola. Hij zag er bleek maar ook netjes uit in het maanlicht. Gepoetste schoenen, gekamde haren en een gekleurde cape met bootjes erop. Hij lachte vriendelijk door zijn tranen heen, waardoor je zijn scherpe tanden goed kon zien. Hij pakte zijn koffer en ging op het bankje van de bushalte zitten. Met een zakdoek veegde hij tranen weg.
'Hallo, ik ben Graaf Dracola, wie ben jij?' snikte Graaf Dracola.
'... Ik ben Sem.'
'Zit je ook achter me aan, Sem?'
'Nee' zei Sem. 'Ik maak foto's en schrijf een artikel voor de dorpskrant.'
Het was een beetje gek dat Dracola verdrietig was. Als hij op de vlucht was omdat hij de cola leegzoog, waarom was hij dan verdrietig? Sem wilde Dracola graag een paar vragen stellen. Want dat is wat een goede journalist doet: vragen stellen om achter de waarheid te komen. Hij verzamelde moed en stelde een vraag.
'Waarom ben je verdrietig?'
'Omdat ik weer moet verhuizen' zuchtte Graaf Dracola.
'Moet je verhuizen omdat je de cola in het dorp hebt leeggezogen?'
'Nee' zuchtte Graaf Dracola. 'Ik heb dat niet gedaan.'
Hij ging op het puntje van het bankje zitten en vertelde.
'Ik ben een Dracola. Heel lang geleden zogen mijn over-overgrootouders al colaflessen leeg. Soms hele vaten. Het waren échte colazuigers. Maar daar werden ze ook voor verjaagd. Ze verhuisden en verhuisden. Elke keer naar een andere plek. Zelfs nu gebeurt dat nog. Ik word verjaagd uit mijn kasteel en ik woon er nog maar net. Misschien maar goed ook. Het kasteel was te groot en ik voelde me eenzaam.'
Graaf Dracola hield zijn koffer stevig vast en staarde in de verte of de bus al kwam.
'En ik drink niet eens cola' vervolgde hij. 'Ik lust het niet en mijn handen gaan ervan trillen. En dat is niet fijn bij het maken van mijn flessenscheepjes.'
Hij begon enthousiast te vertellen hoe leuk het was om flessenscheepjes te maken. En hoe moeilijk het kon zijn. Maar dat het ook best makkelijk was met het juiste gereedschap. Je hebt vooral veel geduld nodig. En het moet natuurlijk door de smalle hals van de fles passen. Daarom moet je ook een goede fles zoeken.
'Aha!' riep Sem. 'Je bijt de colaflessen in het dorp leeg om flessenscheepjes te kunnen maken?'
'Welnee!' zei Dracola een beetje verontwaardigd. 'De flessen vind ik gewoon in de glasbak. De dingen die mensen af en toe weggooien. Ze moesten eens weten!'
Sem was verward maar begon nu overtuigd te raken dat Graaf Dracola misschien niet de colazuiger van het dorp was.
'Maar, als jij de cola niet leegzuigt in het dorp, wie doet dat dan wel?' vroeg Sem.
Op dat moment liep iemand een huis uit. Met een koprol doken Sem en Graaf Dracola de struikjes in. Ze keken tussen de takken en blaadjes door. Iedereen was toch bij het kasteel?
Hoofdstuk 3
Sem maakt een foto
Zag Sem het nou goed? Hij porde Graaf Dracola in zijn zij.
'Kijk wie dat is! Dat is de burgermeester!'
De burgermeester hield een blikje cola vast en met een prikpen prikte ze er twee gaatjes in.
'Hahaha geweldig!' lachtte ze gemeen terwijl het colablikje leegliep. Ze klopte op haar borst en praatte in zichzelf.
'Stomme Dracola, dat zal je leren. Ik wilde in dat kasteel wonen. En nu Dracola weg is kan ik het kasteel eindelijk kopen. Dan kijk ik uit over het hele dorp en kan ik iedereen nog beter in de gaten houden!'
Sem wist niet wat hij hoorde. Wat gemeen van de burgermeester! En toch verbaasde het hem ook niet. Het is niet de eerste keer dat de dorpelingen boos zijn door de burgermeester.
Zo vloog er onlangs een verdwaalde uil bij Mevrouw Pauwsma naar binnen. Het hele dorp was toen boos op uilen. In elke boom kon er eentje zitten. De burgermeester kondigde toen aan dat alle bomen moesten worden omgezaagd. En dat kwam haar goed uit. Want ze wilde de bomen al jaren weg hebben omdat vogels op haar auto poepten. Gelukkig werden de bomen niet omgezaagd.
Of die keer dat de burgermeester een enorm standbeeld van zichzelf kocht. Deze staat midden op het dorpsplein en torent boven alle huizen uit. Van ver buiten het dorp zie je het standbeeld al staan. Het standbeeld was heel duur en dat geld was eigenlijk bedoeld om een gemeentehuis te kopen. Dat had de burgermeester eerder nog beloofd.
En nu krijgt Graaf Dracola de schuld van de cola-diefstal omdat de burgermeester zelf in het kasteel wilde wonen.
Hier moest een stokje voor gestoken worden.
Sem richtte zijn camera op de burgermeester die het colablikje trots in de lucht hield terwijl deze leegliep. In haar andere hand de prikpen.
Sem maakte de foto. Maar de flits stond aan. Verschrikt en betrapt keek de burgermeester naar Sem en Graaf Dracola. Boos rende ze op Sem af en probeerde zijn fototoestel af te pakken.
Maar Sem en Graaf Dracola waren sneller. Ze renden langs huizen, door straten en steegjes. Tot ze bij het kantoor van de dorpskrant waren. Snel gingen ze naar binnen en gluurden door het raam. De burgermeester hadden ze afgeschud.
'Okee' zei Sem opgelucht. 'Laten we voorpaginanieuws maken.'
Hoofdstuk 4
'Hee kijk een zebra!'
Het was nog vroeg in de ochtend toen iedereen in het dorp de krant bezorgd kreeg. Maar Sem en Graaf Dracola zaten al op een stoeltje bij het kantoor van de dorpskrant. Lang hoefden ze niet te wachten want de burgermeester kwam al voorbij rennen. Gevolgd door een boze groep met fakkels, knuppels en koekenpannen. Bij haar eigen standbeeld werd ze ingesloten door de boze dorpelingen.
'We hebben de krant gelezen, burgermeester!'
Ze hielden de krant omhoog. Graaf Dracola onschuldig, Burgermeester prikt en pikt cola stond er met grote letters op de voorpagina.
'Leg dat eens uit!' riepen de dorpsbewoners.
De burgermeester zette haar hoed af en veegde het zweet van haar voorhoofd.
'Ik eh, nee, het zit anders want eh...' stamelde ze. 'Dat is niet waar!'
'Oh nee?! riep iedereen door elkaar. 'Er staat zelfs een foto bij waar je een blikje cola lekprikt!'
'Hee kijk een zebra!' riep de burgermeester wijzend. De boze groep keek maar zag geen zebra. Wel zagen ze de burgermeester wegrennen.
Boos renden de boze groep achter haar aan. Tot ver buiten het dorp. Ze zou nooit meer terugkomen.
Het dorp had nu geen burgermeester meer. En ook nog steeds geen gemeentehuis. Voor dat laatste had Graaf Dracola een goed idee. Zijn kasteel kon het nieuwe gemeentehuis worden want het was toch te groot. Dat gebeurde en het werd niet een gemeentehuis genoemd, maar het gemeentekasteel.
De dorpsbewoners waren zo blij met het gemeentekasteel, dat ze Graaf Dracola vroegen of hij burgermeester wilde worden. Ook dat gebeurde. Hij werd de nieuwe burgermeester en bleef in het gemeentekasteel wonen. Hij voelde zich niet meer alleen en hoefde nooit meer te verhuizen. En nu kon hij ook nog eens iedereen zijn flessenscheepjes laten zien.
En Sem? Die kreeg een heldenmoed medaille van de nieuwe burgermeester. Want door het stellen van de juiste vragen, het maken van de betrappende foto en het schrijven van een mooi artikel in de krant, kwam de rust terug in het dorp.
Voor de dorpsbewoners was er nooit meer een reden om boos te zijn.
Einde
Dit verhaal delen?

Kopieer link