Het Monster van Aakwa header
Het Monster van Aakwa header

Het Monster van Aakwa

Een verhaal geschreven voor Sem met zijn woord duikboot
Lees samenvatting
Spring naar
Hoofdstuk 1

Het gerucht van Aakwa

Al honderden jaren gaat er een gerucht door Aakwa, het dorp waar Sem woont. Er zou een gigantische riviermonster leven op de bodem van de grote rivier die naast het dorp loopt. Schepen die over de rivier langsvoeren zouden in zijn geheel naar de bodem zijn getrokken door het verschrikkelijke monster. Kapiteins en zeelieden mijden de rivier naast Aakwa al honderd jaar, in angst om ook het zelfde lot te ondergaan. Er zijn liedjes geschreven over dit monster, waarin het wezen ‘het monster van Aakwa’ wordt genoemd, die ruikt naar 1000 rottende vissen. En er zijn zelfs schilderijen gemaakt van het riviermonster. Ook al weet niemand hoe het monster eruit ziet, wordt hij vaak afgebeeld als een verschrikkelijk, slijmerig, paarsachtig wezen, met vele tentakels, acht ogen en scherpe tanden.

En hoewel niemand weet hoe het monster van Aakwa eruit ziet, gelooft toch iedereen dat hij bestaat. Het monster zou zichzelf volgens de geruchten en liedjes alleen 'snachts bij zware onweersbuien laten zien.
Niemand uit het dorp durft ook maar een één teen in de rivier te dippen, in angst om gegrepen te worden door het verschrikkelijke wezen.

Sem was niet snel bang te krijgen en wilde het monster van Aakwa wel eens ontmoeten. Hij wachtte tot een nacht dat er een heftige onweersbui over Aakwa raasde en ging naar de rivier. En terwijl de donkere wolken samentrokken keek hij uit over de rivier. Bij elke lichtflits lichtte de rivier op, maar het monster liet zichzelf niet zien. Misschien was de onweersbui niet zwaar genoeg? Misschien had het monster geen zin om zichzelf te laten zien? Of bestond het monster gewoon niet? Sem bleef over de rivier kijken, tot de onweersbui voorbij was en de rust boven de rivier was teruggekeerd. Er was geen monster te zien. Als het monster niet naar boven komt, ga ik wel naar beneden besloot Sem.

Hoofdstuk 2

Sem bouwt een duikboot

Maandenlang werkte Sem aan een duikboot, nou, eigenlijk een duikbootje. Sem paste er zelf nog maar net in. Het duikbootje was gemaakt van een oude rode olieton en had een ingang aan de bovenkant. Er zaten kleine raampjes aan de zijkant, een propellor aan de achterkant en het duikbootje had zelfs een periscoop zodat Sem ook boven water kon kijken.

Vanaf de kant duwde Sem zijn duikboot in het water. Sem klom in zijn duikboot en draaide de klep boven zich goed dicht en ging zitten in een oude groene stoel die eerst in zijn woonkamer stond. Sem startte het motortje van de duikboot en de binnenkant van de duikboot werd verlicht door een lampje. Hij pakte het stuur vast, zette een zwarte hendel naar voren en langzaam zakte de duikboot het onbekende donkere water in. Niet wetend wat Sem op de bodem van de rivier zou tegenkomen.

Hoofdstuk 3

De duik naar de bodem

Het was een flinke duik en de duikboot zakte dieper en dieper. Het was een lange weg naar beneden. Dat de rivier zo diep zou zijn had Sem niet verwacht. Tot Sem een zachte plof hoorde. De duikboot stond nu op de mysterieuze zandbodem van de rivier. Sem zette het zoeklicht aan zodat hij meer kon zien op de donkere bodem. Langzaam bestuurde Sem zijn rode duikbootje over de bodemvloer en hij keek door de kleine raampje naar buiten. Overal lagen wrakstukken van schepen, tonnen goud, kisten zilver en kruiken vol juwelen. Er lag een fortuin op de rivierbodem! Iedereen in het dorp zou voor altijd rijk zijn.
Opeens zag Sem vanuit zijn ooghoek een grote schaduw vlakbij zijn duikboot. Sem schrok zo erg, waardoor zijn duikboot tegen een rots op botste. De klap van de botsing was zo groot dat de duikboot indeukte waardoor water naar binnen begon te lekken. Sem trok de zwarte hendel naar achteren om zo snel mogelijk terug naar boven te gaan, maar de duikboot zat muurvast tussen twee rotsen. Sem kon geen kant op en langzaam liep zijn duikboot vol met water. Toen alle hoop nabij was, begon Sem zijn duikboot te bewegen. Door het raampje zag hij een grote groene arm om de duikboot heenslaan en Sem voelde de duikboot weer naar boven drijven. Voor hij het wist, was hij weer boven water en stond hij aan de kant van de rivier. Zo snel Sem kon, draaide hij de klep boven zich open, klom uit zijn duikboot en keek uit over de rivier. In de verte zag hij iets groots verdwijnen in het donkere water.

Sem was gered door het monster van Aakwa, wat het ook was. En Sem begreep nu waarom het monster de bodem bewaakte. Deze rivier was niet bedoeld voor schepen of mensen uit het dorp. Het monster van Aakwa woonde hier.

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen